januari 2018 • Lachen
5 redenen waarom je geen profvoetballer bent geworden
Voetbal is keihard. Jarenlang dacht je dat je het misschien wel kon gaan maken in het betaalde voetbal. Nu je wat ouder bent en 18-jarige spelers als Justin Kluivert de dienst ziet uitmaken in de Eredivisie, weet je het zeker: “Ik word geen profvoetballer”. Waar is het misgegaan? Wij kunnen wel vijf redenen bedenken.
1. Je hebt de skills van Manolev
Het leek wel alsof jouw voeten aan de verkeerde benen zaten. Twee-benig was je niet en als je probeerde te koppen kwam de bal standaard op je schouder. Je scoorde één à twee doelpunten per seizoen. Niet door je eigen kunnen, maar omdat iemand de bal tegen je aanschoot. Het gemiddelde van een helft per wedstrijd wissel zitten hielp ook niet mee aan je kwaliteiten. Toch kreeg je het iedere pot voor elkaar om helemaal onder het zand te zitten.
2. Je vindt de derde helft belangrijker
Op iets te jonge leeftijd dronk je met je maten je eerste pilsje. Je gezicht vertrok bij de eerste slok. Wat smerig! Maar niets laten merken aan je teamgenoten, natuurlijk. Na drie bier heb je de smaak te pakken. De muziek wordt harder gezet en de schaal met bitterballen gaat rond. Je zit met je beste vrienden aan een tafel lol te maken en je bedenkt jezelf dat dit toch veel gezelliger is dan een pot voetballen. De weken daarop begon je bierdrinken echt te leren en nu word je de aanvoerder van de derde helft genoemd.
Artikel verder na advertentie
Artikel verder na advertentie

3. Je ploeggenoten bakken er niks van
Het publiek liep te schreeuwen vanaf de tribune. Je kwam het veld op samen met Robben, dit was jouw moment. De-WK finale van 2010 tegen Spanje gaat van start. De scheidsrechter fluit voor het startsignaal en dan word je wakker uit de droom. Hier had jij kunnen staan, maar je teamgenoten konden nooit een fatsoenlijke voorzet geven. Altijd maar die bal te hoog, te hard of achter je. Door hen heb je nooit kunnen schitteren, want je had natuurlijk veel meer potentie dan van Persie, alleen geen Daley Blind die een voorzet kon geven.

4. Je bent dol op fastfood
In de pauze even langs de Appie voor een blikje Redbull en een frikandelbroodje. Na schooltijd een zak chips halen en nog maar een Redbull. Thuis aangekomen hoorde je wat je die avond zou eten. Andijviestamppot. Blegh, gelijk pakte je je telefoon en stuurde een appje de wereld in: “Wie gaat er mee naar het restaurant met de twee gouden bogen?” Een half uur later zat je aan een Big Mac menu. Op de weg terug nog snel een Redbull, om vervolgens niet de kunnen slapen. Dit ritme herhaalde je zo’n drie keer in de week.
Artikel verder na advertentie
5. Je blesseert jezelf nog met een ingooi
Skills, snelheid en een geweldige pass, zo werd jij omschreven door je teamgenoten. Ze hadden ook een bijnaam voor je: de man van glas. Voorafgaand aan de wedstrijd tapete je altijd je enkels in en daarna deed je een brace om je knie. Gevolgd door een stevige warming-up kon je aan de wedstrijd beginnen. Binnen één kwartier zat je al weer aan de kant. Ditjes en datjes hielden jou altijd aan de kant waardoor je nooit echt hebt kunnen schitteren.
